Het nieuwe kabinet moet concrete knopen doorhakken op het gebied van klimaatverandering, woningnood, duurzame energie en circulaire economie. De vorig jaar opgestelde Nationale Omgevingsvisie zet die grote uitdagingen op een rij, maar laat heldere beleidskeuzes in het midden. Veel woorden, maar weinig daden.
Dat stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in het gisteren gepresenteerde rapport Grote opgaven in een beperkte ruimte, dat de mogelijkheden voor toekomstbestendig ruimtelijk beleid op een rij zet. Met het rapport wil het PBL – een rijksinstituut dat beleid op het gebied van ruimtelijke ordening analyseert – inhoudelijk adviseren bij de kabinetsformatie. ,,In de landelijke politiek wordt de roep om meer regie vanuit de rijksoverheid steeds groter”, zegt PBL-onderzoeker en coauteur Rienk Kuiper. Een optie die het rapport aandraagt, is een minister die sterk stuurt op belangrijke dossiers als het woningtekort en de stikstofproblematiek, maar de ruimtelijke keuzes overlaat aan de regionale overheden.
Geoormerkt
Dat heeft wel gevolgen voor de financiering. Die is vaak geoormerkt voor specifieke doelen, zegt Kuiper, terwijl veel projecten juist een overlap hebben. Gemeenten en provincies kunnen pas goede beslissingen nemen als de geldpotjes ‘ontschot’ zijn, aldus de onderzoeker.