Felle kritiek op beleid bouwminister Ollongren


Vereniging Eigen Huis trekt aan bel: ’had deze woningnood eerder erkend’

De al bestaande woningnood ging het afgelopen jaar van kwaad tot erger. Na de stikstofbeperkingen werd de bouw verder belemmerd door het coronavirus, met nieuwe prijsrecords tot gevolg. Verantwoordelijk minister Ollongren had volgens Vereniging Eigen Huis eerder moeten ingrijpen. „Er zijn zó veel voorbeelden waar bouwprojecten getraineerd worden.”

Karsten Klein viel in augustus met zijn neus in de boter bij zijn aanstelling als nieuwe directeur belangenbehartiging van Vereniging Eigen Huis. De voormalig ambtenaar van het ministerie van Financiën en wethouder uit Den Haag zag die maand de woningprijzen de grootste prijsstijging in anderhalf jaar doormaken. En dat terwijl het aantal verkochte huizen in augustus juist scherp daalde.

De trend ging in tegen alle verwachtingen die economen na de uitbraak van het coronavirus hadden uitgesproken. Die meenden dat de prijzen dit jaar zouden afvlakken, om volgend jaar zelfs te gaan dalen. Voor een hurende starter blijft het volgens Klein onmogelijk om een koophuis te vinden: „Mensen vallen buiten de boot, moeten langer bij hun ouders of met ongewenste hoge huur wonen.”

Is altijd huren zo erg?

„Het heeft ook voordelen. Kopen is niet voor iedereen weggelegd. Het is goed dat er sociale huur is. Toch heeft het bezit van een woning een maatschappelijke meerwaarde. Als je ziet hoe de kosten van zorg zich ontwikkelen en mensen meer op zichzelf zijn aangewezen, dan is het goed om op latere leeftijd een eigen huis achter de hand te hebben. Dat een huis steeds meer waard wordt, is niet per se goed voor een woningbezitter. De lasten stijgen immers ook mee.”

Nederland heeft eigenlijk altijd een structureel tekort aan huizen gehad. Hoe kon dit de laatste tien jaar zo verergeren?

„De Rijksoverheid had in het verleden de grote regie op de woningmarkt. Het Rijk wees in de jaren 70 en 80 steden en groeikernen aan om flink te bouwen. Dat is in mijn ogen opnieuw nodig. Nu is er een grote rol voor gemeenten en provincies. Maar die komen er onderling niet uit. Het is belangrijk dat discussies beslecht kunnen worden door een partij die er boven staat.”

Waarom?

„Wonen staat als recht in de Grondwet. De Rijksoverheid moet die rol gewoon nemen. Een nieuw kabinet kan volgend jaar afspraken maken die misschien lokaal minder prettig zijn, maar die wel nationaal de discussie beslechten waar er gebouwd moet worden. Niet dat je steeds per locatie problemen zit op te lossen.”

Elk jaar is er wel een nieuw excuus waarom de woningbouw achterloopt: te weinig grond, te weinig mankracht en materiaal, te complexe regels, stikstof en nu weer corona. Is er volgend jaar ook niet wat?

„Het Rijk heeft gewoon aanwijzingsbevoegdheden. Neem het voormalige marinevliegveld Valkenburg bij Katwijk. Daar moesten na de sluiting vijfduizend woningen komen. Het heeft maar liefst vijftien jaar geduurd voor het Rijk het officieel aanwees. Dat is echt een schrijnend voorbeeld van hoe lang de overheid wacht met actie.”

Verantwoordelijk minister Ollongren van Binnenlandse Zaken heeft gefaald?

„De kabinetsperiode is bijna voorbij, en pas nu wordt de urgentie gevoeld. De woningnood had eerder erkend moeten worden. Er is veel tijd verloren gegaan. Als je ziet hoe met de stikstofproblematiek is ingegrepen in de bouw. Die is compleet en disproportioneel stilgelegd. Het Rijk had het belang van de woningbouw onvoldoende voor ogen.”

Hoe moet het volgend jaar verder?

„Ik zie voor de komende kabinetsperiode drie dingen. Eén: een nieuwe regering moet echt met een ruimtelijke visie komen waarin gebieden worden aangewezen om te bouwen. Twee: de woonimpuls van één miljard euro in vier jaar moet structureel worden om het voor gemeenten aantrekkelijk te maken om woonwijken aan te leggen. En drie: er moet échte toewijding komen, van een echte minister van Wonen. De woningbouw vraagt veel bestuurlijke aandacht. Dat kun je als minister van Binnenlandse Zaken er niet zomaar bij doen. Om de woningnood als nationaal probleem op te lossen, ontkom je er niet aan om de lokale autonomie te beperken.”

Gaat dat zonder slag of stoot?

„Ik kan mij in mijn periode in de gemeente Den Haag de discussie nog goed herinneren over de annexatie van Ypenburg. Daar is nu een prachtige woonwijk gekomen. Dat kan in meer steden. Ongetwijfeld komen er momenten waarin de lokale politiek een ander beeld heeft. Maar kijk naar de Rijnenburgpolder als voorbeeld. Daar lukt het maar niet om tot overeenstemming te komen over woningbouw.”

Kun je concluderen dat het makkelijker is om de bouw van woningen tegen te houden dan het bouwen zelf?

„Rechtsbescherming is belangrijk. Maar er zijn ook voorbeelden van mensen die alleen bezwaar maken uit eigenbelang. Het relativiteitsbeginsel moet voorop staan. Een klacht moet in verhouding staan tot een belang. Een landelijke milieuorganisatie heeft een heel ander belang dan iemand die ergens al jaren woont.”

Wat kan er dan wel en wat weer niet?

„Als er een plan is voor datacentra en windmolens vlak langs een woonwijk, dan zijn bewoners blij dat zij hun mening kunnen geven. Maar in Hilversum zag je bijvoorbeeld de eerste kopers van een nieuwbouwproject bezwaar maken tegen de volgende groep kopers. Tegen de gemeente Wijdemeren zegt de provincie dat een rommelig industrieterrein geen woonwijk, maar natuurgebied moet worden. Er zijn zó veel voorbeelden waar bouwprojecten getraineerd worden. Wij zijn voor rechtsbescherming van bewoners, maar wel proportioneel.”

Niet mee bemoeien als je te ver weg woont?

„Ja. Er zijn ook voorbeelden van een projectontwikkelaar die moet praten met een bezwaarmaker, waar niet is uitgesloten dat er betaald wordt om de klacht in te trekken. Dat is onwenselijk. Bezwaarmakers moeten echte belangen hebben, niet uit zijn op financieel gewin.”

Hoe ziet u de woningmarkt in 2021?

„Voor de komende één tot twee jaar ben ik niet optimistisch. Het duurt jaren voor je zo’n vliegwiel om te bouwen hebt opgezet. Het stilleggen van de bouw ga je merken. Ik heb wel grote hoop nu er een stemming in de politiek is van bouwen, bouwen, bouwen.”

Anders loopt de huidige situatie uit de hand?

„Ik denk eerlijk gezegd al dat het uit de hand gelopen is. Starters kunnen bijna geen normale woning krijgen. Als je geen wooncarrière kunt opbouwen waarin je van de ene naar de andere woning gaat, dan heb je een probleem. Voor veel jongeren gaat dit echt een groot probleem worden als er niet snel ingegrepen wordt.”

Bron: www.telegraaf.nl