Ontwikkelaars en overheden moeten de komende jaren rekening houden met meer verzet tegen bouwprojecten. Doordat burgers mondiger worden en er meer mogelijkheden zijn om beroep in te stellen, zal het aantal rechtszaken tegen bouwplannen blijven groeien, waarschuwt Jolanda van Koeveringe, jurist omgevingsrecht bij Justion Advocaten.
De Raad van State kreeg de afgelopen drie jaar 75 procent meer rechtszaken tegen bestemmingsplannen te verwerken. Een ontwikkeling waar Van Koeveringe niet van opkijkt.
Dit wordt de komende jaren alleen maar meer, voorspelt ze. “En niet alleen door zaken die vlak voor invoering van de Omgevingswet nog moeten worden afgehandeld. Er zijn meer oorzaken die ook blijvend zijn.”
Burgers worden mondiger
Allereerst worden burgers mondiger. Er is steeds meer informatie te vinden over zaken die bouwprojecten tegenhouden, zoals de stikstofproblematiek. “Mensen grijpen dit aan om tegen een nieuw plan in beroep te gaan. Ze gebruiken de stikstofuitstoot om bezwaar te maken, terwijl ze in feite tegen het project zijn”, zegt Van Koeveringe.
Daarnaast hebben tegenstanders meer mogelijkheden om in beroep te gaan. Door een tijdelijke maatregel die de Raad van State vorig jaar heeft ingevoerd, is het makkelijker geworden een procedure aan te spannen tegen zogenoemde ‘omgevingsrechtelijke besluiten’. Voorheen kon dat uitsluitend als door die persoon eerst een zienswijze was ingediend.