Na de zomer kunnen woningbouwprojecten waarvan de financiering net niet rond is, een “start-bouwimpuls” krijgen. Maar werkt die subsidie wel echt?
Het zijn barre tijden voor Hugo de Jonge. De uitvoering van zijn doel om 100.000 woningen per jaar te bouwen, ziet hij steeds verder uit zicht raken. De woningbouw stevent dit jaar af op slechts 15.000 nieuwbouwkoopwoningen, rekende branchevereniging voor ontwikkelende bouwers WoningbouwersNL vorige week uit. Dat is net iets boven het niveau van crisisjaar 2013.
Maar de minister van Volkshuisvesting krijgt het niet over zijn lippen toe te geven dat 100.000 niet realistisch meer is. “Doen wat we kunnen”, is zijn nieuwe strijdkreet. De ene na de andere miljoenensubsidie tovert hij tevoorschijn. Eind mei lanceerde de minister de start-bouwimpuls. Bouwprojecten die “eigenlijk helemaal rond zijn” en waarvan de vergunning afgegeven is, maar waarvan de bouw nog niet gestart is, kunnen een steuntje in de rug krijgen. Dit geldt bijvoorbeeld voor projecten die door de hoge bouwkosten en rente niet meer opleveren wat minstens een van de deelnemende partijen had begroot.
Rond de zomer wil De Jonge de contouren van de subsidieregeling uitgewerkt hebben. Na de zomer gaat het “loket” open en kunnen gemeenten zich aanmelden met hun nog-net-niet-bouwprojecten. De minister denkt met 250 miljoen euro de bouw van zo’n 30.000 woningen te kunnen versnellen.