De zogeheten 15-minutenstad doemt in het postcoronalandschap regelmatig op. Is verdichting van de binnenstad met woningen, winkels, kantoren en andere voorzieningen hét antwoord op de crisis? Vastgoedmarkt organiseerde een online rondetafel met Mirthe Biemans (Rochdale), Nicole Maarsen (Syntrus Achmea), Tobias Verhoeven (Synchroon) en Maarten van Duijn (Heijmans). Deel 1: Grenzen aan verdichting.
Volgens Mirthe Biemans, manager strategie bij de Amsterdamse woningcorporatie Rochdale, gaat het bij de 15-minutenstad niet zo zeer om bereikbaarheid van voorziening te voet of per fiets, maar om een inclusieve woonomgeving. ‘Je wilt dat mensen een woonomgeving hebben waar ze alle functies die ze in hun leven nodig hebben in de nabijheid kunnen vinden. Deels omdat je wilt dat mensen een zo prettig mogelijke leefomgeving hebben, waar ze alle kansen krijgen om alles uit hun leven te halen. En deels omdat je ook met de verduurzamingsopgave bezig bent. Het is niet duurzaam om je voortdurend overal heen te verplaatsen. Zeker hoe we vroeger woonboulevards bouwden, waar je dan met de auto heen moet. Dat is natuurlijk helemaal niet meer wat we nu willen met een stad.’
Doelgroepgericht ontwikkelen en beleggen
Nicole Maarsen, directeur vastgoedbeleggingen bij Syntrus Achmea: ‘Voor ons is die 15-minutenstad een thema dat veel thema’s bij elkaar brengt, waar we vanuit het perspectief van doelgroepgericht ontwikkelen en beleggen al mee bezig waren. Bijvoorbeeld de verstedelijking en verdichting, maar ook het toenemend aantal eenpersoonshuishoudens en het interessant houden van de stad voor gezinnen. Als je gezinnen in een stedelijk gebied wil interesseren, dan moet je echt wel sturen op speelplaatsen en op groen.’